Doorbetalen aanbieders in het sociaal domein
Het Rijk en de VNG hebben opgeroepen om de aanbieders in het sociaal domein te blijven betalen, ook als er een andere of beperkte prestatie wordt geleverd. Gelet op het belang van zorgcontinuiteit onderschrijft het college de beleidslijn van de VNG. Dat betekent dat Diemen de aanbieders in het sociaal domein blijft doorbetalen, ook als er een andere of beperkte prestatie wordt geleverd. Landelijk is bepaald dat deze regeling van kracht is voor de periode van 16 maart 2020 tot 1 juli 2020. Deze kosten zijn gedekt vanuit de bestaande budgetten.
Doelgroepenvervoer
Vooor het doelgroepenvervoer (Wmo-vervoer en Leerlingenvervoer) gelden afzonderlijke maatregelen. In verband met het coronavirus en de maatregelen die de overheid genomen heeft om verspreiding van het virus te beperken is het gebruik van doelgroepenvervoer sinds maart 2020 fors gedaald. Als gevolg daarvan ontvangen vervoerders nagenoeg geen inkomsten uit vervoer, terwijl de vaste kosten van de ondernemingen doorlopen. Deze kosten bedragen ongeveer 80% van de totale kosten. Op advies van de VNG en VWS hebben vervoerders van het Wmo-vervoer en Leerlingenvervoer een compensatie van 80% van het tarief voor niet-gereden ritten ontvangen. Voor Leerlingenvervoer is dit beëindigd per 1 juni 2020 aangezien alle scholen toen heropend zijn. Voor Wmo-vervoer is deze compensatie verlengd tot 1 september 2020. Op dit moment zijn we met de vervoerder van het Wmo-vervoer in gesprek voor een regeling na 1 september 2020 aangezien het aantal ritten nog steeds flink minder is dan voor de coronacrisis.
Meerkosten
Als contractpartners als gevolg van de coronamaatregelen extra kosten moeten maken gedurende de periode dat de maatregelen van kracht zijn worden deze zogenaamde meerkosten vergoed. Bijvoorbeeld meerkosten als gevolg van de noodzaak om afstand te houden of voor beschermingsmiddelen. Contractpartners kunnen deze kosten, onder voorwaarden, declareren bij de gemeente. De kosten komen voort uit de naleving van de adviezen van het RIVM. In de septembercirculaire is aagegeven dat er nu onderzoek wordt gedaan om tot de afrekening van de meerkosten en de kosten van de inhaalzorg voor Jeugd en Wmo te komen.